Al Ghorra, Fatena (1974)

Deze dichter groeide op in Gaza en vluchtte daarvandaan in 2008. Zij kreeg asiel in Belgie en bleef poezie schrijven in het Arabisch. Twee bundels zijn vertaald naar het Nederlands:

Gods Bedrog. Diverse scenario’s (2014)
Neem dit lichaam. Gedichten (2019)

In oktober 2023 keerde zij na 15 jaar terug naar haar familie in Gaza en kwam daar midden in een afschuwelijke oorlog terecht. Zij bleef drie maanden bij haar familie tot ze met haar ouders kon ontsnappen naar Belgie. Over die periode van oktober tot december schreef ze een indrukwekkende brievenroman:

Uittocht naar Gaza (2024)
Lawaai, een kakofonie aan geluiden, alle mogelijke geuren en (de herinnering aan) smaken; alle zintuigen komen aan de orde in de brieven die Fatena al-Ghorra schrijft aan haar nichtje van oktober tot december 2023. Fatena al-Ghorra is een dichter en dat merk je in haar proza. Licht, zachtaardig en vloeiend beschrijft zij de hel die ze meemaakt in Gaza als ze na 15 jaar haar familie weer bezoekt. Volgens haar is het niet toevallig dat ze juist in oktober 2023 terugkeert naar haar geboortestreek. Ze is daar om de ramp mee te maken die haar volk overkomt en om haar familie bij te staan. Als zij, haar ouders en andere familieleden vanwege de aanhoudende bombardementen het familiehuis moeten verlaten, nemen ze hun toevlucht tot het Al-Ahli ziekenhuis, dat wordt beheerd door de anglicaanse kerk, in de hoop daar veilig te zijn. Fatena schrijft haar ervaringen op voor haar nichtje Lamar, ook afkomstig uit Gaza maar nu in Belgie, het land waar ook Fatena asiel gevonden heeft. Ze wil deze beelden met haar delen zodat de herinneringen niet verloren gaan en de geschiedenis niet wordt uitgewist. Ze doet dat beeldend, poëtisch en diep menselijk. Een citaat om dat te illustreren:

De rauwe waarheid is dat de oorlog de pijler van ons dagelijks leven vormt. Het is waar dat er geen stabiliteit is in oorlogstijden, maar het vermogen van mensen om stabiliteit te veinzen is inspirerend en indrukwekkend. De geur van de dood en diens aanwezigheid doen de stabiliteit op haar grondvesten schudden. Beeld je in dat de oorlog een en al dans is. Het gebouw danst met elke raket die valt, en de mensen lopen of bewegen op voeten die dansen zonder muziek maar in harmonie zijn met het ritme van de bombardementen en de inslagen.’

Ze schrijft de brieven aan Lamar maar deze mag ze nog niet lezen omdat zij, in tegenstelling tot de kinderen in Gaza, wel recht heeft op een kindertijd.